De stad en het water/
De Versteende Rivier, – een project over water, droogte, zeespiegelstijging en een verregaand versteende rivier. in samenwerking met schrijver Afke van der Toolen
FOTOGRAFIE, SELECTIE
Daisy van Zelst werkt als verkoopster bij de Franse bakkerij Mamie Gourmande op het Gangetje. De keuken is beneden aan de Nieuwe Rijn. "Bij warm weer eet ik in deze deuropening mijn Boule Nordique met Brie als lunch. Dan ben ik even uit de hectiek van de winkel en geniet ik van een momentje rust."
Op de foto rechts Marco Honsbeek, die al vijfentwintig jaar schipper op de Visvlet is, en dagelijks vuil uit de grachten haalt. “Op dit moment liggen de grachten er redelijk goed bij. De sloepjes verliezen wel veel afval en bij festiviteiten heb ik mijn scheepje vol. Mensen gooien er van alles in. Als ik het niet opruim wordt het hier een chaos en slibt het dicht. Ooit haalde ik een kluis uit de gracht - helaas zat er alleen maar water in.”
Water. Overal waar je kijkt in Leiden, is 
het aanwezig.
In singels, grachten, sloten, meren en waterspeelplaatsen. Je zit op een terrasboot, met water als romantisch decor. Je wandelt langs de singels, met water als pittoreske gids. Alsof het allemaal vanzelfsprekend is. Maar dat is het niet. Achter die rustige grachten en singels schuilt een compleet andere realiteit. Een mechanisch universum van pompen, gemalen, sluizen, spuien, GPS-apparaten en regelcomputers. Dit is het domein van 'de Watermeesters', de mannen en vrouwen achter de knoppen. De experts die waterstanden beheren, metingen uitvoeren en de controle hebben over sluizen en gemalen, afhankelijk van de verwachte weersomstandigheden. Met dit project willen we deze twee realiteiten tonen - het contrast ertussen en hun onderlinge verbondenheid. We onthullen de historische wortels en kijken vooruit naar een toekomst waarin oude vanzelfsprekendheden niet meer bestaan.
Het boezemgemaal in Katwijk is het grootste van de vier boezemgemalen van Rijnland. De overige staan in Halfweg, Spaarndam en Gouda. Het boezemgemaal van Gouda is het enige dat niet alleen water wegpompt, maar ook inlaat. Het hoogheemraadschap maakt meerdere malen per uur nieuwe berekeningen waarop het de inzet van de boezemgemalen baseert. Het pompen gebeurt zoveel mogelijk in de daluren om de energiekosten zo laag mogelijk te houden.
Waarom nu? 
Overstromingen en hittegolven, stijgende zeespiegels en smeltende gletsjers. Al deze verschijnselen van de wereldwijde klimaatverandering hebben invloed op het water en het watersysteem in en rond Leiden. Dat is nu al merkbaar. Neem bijvoorbeeld de maandenlange droogte van afgelopen zomer: om verzilting van de natuur en land- en tuinbouw rond Leiden tegen te gaan, de veiligheid van dijken te waarborgen en schade aan de binnenstedelijke kades, monumenten en huizen te voorkomen, moest de stroomrichting van de Leidse Rijn bij Utrecht worden omgekeerd. Een ingreep die nu al veel vaker voorkomt dan twintig jaar geleden werd voorspeld.

Waarom dit project in Leiden?
Leiden is de op één na meest waterrijke stad in Nederland en tegelijkertijd een van de meest versteende. Bovendien ligt onze streek vlakbij zee, en in een laaggelegen 'kom'. De watermeesters van nu en straks staan voor ongekende uitdagingen. Ons project combineert fotografie met historische objecten en diepgaande verhalen. De nadruk ligt op Leiden, maar omdat water geen grenzen kent, strekken we ons ook verder uit. Ons watersysteem dient als spiegel voor de nationale en zelfs internationale situatie.
Vriendinnen Elly en Corrie aan de Nieuwe Rijn. Elly woont hier al vijftig jaar. ”Ik zit hier dagelijks om 6.00 uur met een kopje koffie, en kijk naar de stad die wakker wordt. In de afgelopen vijftig jaar lijkt er niets veranderd. Alle huizen en grachten zien er nog precies hetzelfde uit. Ik ben nog nooit in het water gevallen. Gelukkig maar, want ik kan niet zwemmen. Maar ook dan red ik me wel hoor, ik blijf gewoon spartelen." 
Martin en Swen, technisch medewerkers rioolgemalen in Leiden, in het rioolgemaal Geregracht. Met vier collega's onderhouden zij 24/7 de ca. 350 rioolgemalen in de stad. Martin: "Je ziet ons niet, tenzij je ons nodig hebt. In droge periodes, als het waterpeil daalt, koekt toiletpapier, maandverband en frituurvet enz aan de zijkanten van de rioolbuizen vast. Valt er een flinke bui, dan weekt dat in grote proppen los, en komt het terecht in onze pompen waardoor deze kunnen verstoppen, Dan moeten we voorkomen dat de straat onderloopt.” Swen: “En dan zie je ons ineens wél op straat, en staan we altijd in de weg.” Martin: "Zouden we alle pompen uitzetten, dan krijg je overstorten in de sloten en deze lopen uiteindelijk over en komt het water in de straatkolken omhoog.  Binnen een paar uur stroomt hier en daar het rioolwater door de straten, vol ongedierte en ziektes."
Leiden is de op één na meest 
waterrijke stad in Nederland en tegelijkertijd een van de meest versteende.
Een van de twee pompen van Gemaal Leeghwater in Buitenkaag
Een zogeheten zoute ‘wel’ aan de Venneperweg in Beinsdorp. Dit soort zoutophopingen ontstaat als gevolg van scheurtjes in diepere grondlagen. Ondergrondse druk van de zee duwt daar zoutwater naar boven. Geïsoleerde wellen als deze worden niet afgesloten, omdat het kwelwater dan vanzelf een andere zwakke plek zoekt. 
Martin is Coördinator watersysteembeheerder. Jaarlijks inspecteren hij en zijn 24 collega’s alle dijken en primaire kades in de polder. "We gaan hiervoor echt het veld in. Een natte plek ontdek je vaak pas als je erin staat, en hoog gras kan scheuren in een dijk verbergen. Dus doen we de inspecties zowel varend en lopend. Ook kunnen de ingelanden (de grondeigenaren in de polders, red.) ons op eventuele problemen wijzen.”




Fotografie
Rob Overmeer

Tekst
Afke van der Toolen